Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet opheffing openbaar lichaam Rijnmond

 

Artikel 12
1
Alle rechten en verplichtingen van het openbaar lichaam gaan met ingang van de datum van opheffing over op de provincie Zuid-Holland, zonder dat daarvoor een nadere akte wordt gevorderd.
2
Onze Minister kan, gedeputeerde staten van Zuid-Holland en burgemeester en wethouders van de desbetreffende gemeenten gehoord, de rechten en verplichtingen aanwijzen die behoren bij de voorheen door het openbaar lichaam uitgeoefende gemeentetaken, alsmede de gemeenten waarnaar die rechten en verplichtingen overgaan.
3
De krachtens het tweede lid aangewezen rechten en verplichtingen gaan uiterlijk een jaar na de datum van opheffing tegen boekwaarde over naar de krachtens dat lid aangewezen gemeenten zonder dat daarvoor een nadere akte wordt gevorderd, met uitzondering van de rechten en verplichtingen die verband houden met de taken, bedoeld in artikel 7, vierde lid, indien aan het vijfde lid van dat artikel toepassing is gegeven. Laatstbedoelde rechten en verplichtingen gaan op dezelfde wijze over op het tijdstip waarop de in artikel 7, vijfde lid, bedoelde bijdragen niet meer aan de provincie worden verstrekt.
4
Wettelijke procedures en rechtsgedingen waarbij het openbaar lichaam betrokken is, worden met ingang van de datum van opheffing voortgezet door of tegen de provincie Zuid-Holland. Ten aanzien van de rechtsgedingen is het bepaalde in de artikelen 254-262 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van overeenkomstige toepassing.
5
Het vierde lid is van overeenkomstige toepassing op gemeenten in zoverre het gaat om procedures en gedingen met betrekking tot rechten en verplichtingen als bedoeld in het derde lid.
6
Ten aanzien van de in het eerste en het derde lid begrepen registergoederen zal verandering in de tenaamstelling in de kadastrale legger plaatshebben. Gedeputeerde staten van Zuid-Holland doen de daartoe nodige opgaven aan de hypotheekbewaarder.
7
Burgemeester en wethouders van elk der krachtens het tweede lid aangewezen gemeenten zijn te allen tijde bevoegd, kosteloos inzage te nemen van de archiefbescheiden van het openbaar lichaam voor zover geheel of mede betrekking hebbend op bevoegdheden die naar die gemeenten zijn overgegaan en daarvan duplicaten te vorderen. De kosten, gemoeid met de vervaardiging en het vervoer van deze duplicaten komen voor de helft ten laste van de provincie Zuid-Holland en voor de andere helft van de desbetreffende gemeente.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •